Van Sydney tot Byron Bay

Hoi allemaal,

Of beter gezegd: ‘Hi, how ya doin’?’ Zo wordt je in Australië namelijk overal begroet. Wat een aardige en geïnteresseerde mensen dachten wij, waarna we vrolijk reageerden: ‘Fine, how are you?’ Vol verbazing werden we vervolgens aangekeken, van wat vraag jij me nu?! Het blijkt dus meer een begroetingsvorm dan dat ze oprecht geïnteresseerd zijn in hoe het met ons gaat. Weer wat geleerd!

We zijn inmiddels weer een week verder en hebben weer allemaal nieuwe plaatsen bezocht. In de Blue Mountains hebben we de volgende dag Katoomba bezocht, dit is een plaats in de bergen die bekend staat om ‘The Three Sisters’. Dit zijn drie puntige rotsen die boven het dal uitsteken. Zij danken hun naam aan een legende die verteld over drie zussen die verliefd werden op een man van een andere stam, waarna een wijze de gezusters in steen veranderde om ze tegen deze man te beschermen. Vanaf verschillende uitkijkpunten op de Blue Mountains Drive heb je een mooi uitzicht op deze rotsformaties. Na de dorpjes Katoomba en Blackheath te hebben verkend, hebben we bij een cafeetje koffie gedronken met een grote punt carrot cake, YAM! ’s Avonds hebben we lekker op het terras van ons tuinhuisje gezeten, en is Wout een ware vogelaar gebleken. Hij heeft namelijk zo’n 15 vogelfilmpjes gemaakt, en heeft zelfs een fluitje bedacht om met de vogels te communiceren, wat hem nog is gelukt ook.. Terwijl we die avond lekker zaten te chillen en de wilde papegaaien, kaketoes en andere vogels neerstreken in de bomen, zijn we helaas ook helemaal lek geprikt. Dat was iets minder.

Op dinsdagmorgen zijn we op pad gegaan naar Featherdale Wildlife Park, wat op zo’n 50 minuten rijden van de Blue Mountains ligt. Ik had namelijk in een folder zien staan dat je in dit park met koala’s kon knuffelen, en aangezien dit echt op m’n to do lijstje stond, heb ik Wout gesmeekt of we hier a.u.b. naartoe konden. Nou, dat is gelukt! ;) Eenmaal binnen, zagen we meteen een aantal kangoeroes in een hok met een wel erg laag hek eromheen staan, waarna we meteen tegen elkaar zeiden van 'nou ze mogen wel oppassen dat de kangoeroes niet ontsnappen'. We hadden ons nog niet omgedraaid of er stond een kangoeroe voor onze neus, OMG! Wij gingen er vanuit dat het een soort dierentuin zou zijn, met dieren in afgesloten verblijven, maar nee het was dus een soort kinderboerderij idee waarbij veel dieren gewoon losliepen. Zo ook de koala’s, de pauwen en nog vele andere vogelsoorten. Na een schattige kangoeroe met baby in z’n buidel wat blaadjes te hebben gevoerd, zijn we op zoek gegaan naar een koala. Deze vonden we al snel op een boomstam met een dierenverzorger ernaast, die hem Eucalyptusbladeren voerde. Hij vertelde dat elke koala uit het park een kwartier op deze tak gezet wordt, waarbij bezoekers de koala dan mogen aaien en met ‘m op de foto mogen. Ondanks dat de koala super schattig was van dichtbij, en ook wij de koala geaaid hebben en met ‘m op de foto wilden, bood zo’n dier dat als een soort attractie wordt gezien toch wel een trieste aanblik en was het eigenlijk veel minder leuk dan ik had verwacht. ’s Avonds hebben we lekker sushi gegeten, wat hier i.t.t. Nederland super goedkoop is!

Ik moet zeggen dat drie dagen op dezelfde plek ons wel echt even goed heeft gedaan, even een beetje ontspannen na al dat reizen. Ondanks dat de autoritten super mooi zijn, omdat het landschap elke keer weer zo verschillend is, is het toch ook wel vermoeiend. Maar goed, woensdagochtend was het dan tijd om afscheid te nemen van Jan, de eigenaresse van het tuinhuisje, en zijn we naar Sydney gereden. We konden gelukkig vroeg inchecken en zijn vervolgens op zoek gegaan naar een parkeergarage. Het hotel lag gelukkig midden in de stad, en we konden zo richting de haven lopen. We waren beiden erg onder de indruk van de stad, veel meer dan van Adelaide of van Melbourne. Vooral de haven is prachtig, met de Harbour Bridge en op de achtergrond het Sydney Opera House. Van daaruit hebben we de ferry genomen naar Manly beach. Dit strand is vernoemd naar de mannelijke (‘Manly’ ) Aboriginals die de Europeanen aantroffen toen zij hier met hun schip aankwamen. Vanaf het water heb je een mooi uitzicht op de Harbour Bridge, het Opera House en de hele skyline van Sydney. Eenmaal in Manly aangekomen, zijn we de Yogurtland ingedoken, met het idee dat je hier frozen yoghurt kon kopen (een gezond alternatief voor schepijs). Het bleek echter een waar ijswalhalla, waarbij je zelf een bakje met verschillende ijssoorten kon vullen en vervolgens uit zo’n 30 toppings kon kiezen, waaronder fruit, chocolade en snoep. Daar zaten we dan op strand met een bak vol ijs, met daarop een berg chococrunchies, kokos, Maltesers en Smarties. Weg goede voornemens! :S

Na Manly te hebben verkend, hebben we in de namiddag de ferry terug gepakt en zijn we Thais gaan eten in de stad. ’s Avonds zijn we naar een bar geweest met livemuziek, waarbij de muzikant zowaar onze verzoeknummers speelde! :) In zijn pauze is hij bij ons komen zitten en hebben we gezellig gekletst, waarbij hij ons wat tips heeft gegeven over de plaatsen die we nog gaan bezoeken hier in Australië. Al met al een super gezellige dag!
Na onwijs slecht te hebben geslapen door de hitte, zijn we vrij vroeg opgestaan en zijn we de auto gaan ophalen. Eenmaal bij de betaalautomaat bleek de schade 48 dollar te zijn voor nog geen 24 uur parkeren, super duur dus! Wat bleek nu, een verloren ticket was zelfs goedkoper, dat kostte namelijk 40 dollar. Dus Wout heeft even een toneelstuk opgevoerd bij de ticketbalie en zo hebben we weer 8 dollar bespaard! :P

Donderdag stond er een dag wijnproeven in Hunter Valley op het programma. Dit is een wijngebied op ongeveer 2 uur rijden ten noorden van Sydney, waar we ook weer een overnachting hadden. De temperatuur liep die dag flink op, maar ondanks zo’n 39 graden en klotsende oksels hebben we het toch nog gepresteerd om 5 wijnbedrijven te bezoeken en wijn te proeven. Bij Mc Guigan Winery, één van deze wijnbedrijven, hebben we een rondleiding gehad, waarbij het proces van wijn maken werd uitgelegd. Dit was erg leuk om te zien!

De volgende ochtend zijn we naar Coffs Harbour gereden, waar we een appartement met zwembad en op loopafstand van het strand hadden geboekt. Hier verbleven we twee nachten. Dit is de enige plaats in de deelstaat New South Wales waar de bergen (van de Great Dividing Range) en de Pacifische oceaan samenkomen. De regio staat daarnaast bekend om haar bananenplantages.
Voordat we echter naar Coffs Harbour gingen, zijn we op aanraden van Jan, eerst nog naar het plaatsje South West Rocks gegaan. Hier heb je namelijk ook weer prachtige stranden en als je geluk hebt, kan je hier zelfs met dolfijnen zwemmen. Volgens Jan komen ze namelijk in de namiddag naar de kust en zijn ze helemaal niet schuw. Onderweg hiernaartoe zagen we aan één kant van de weg een soort mist, waarvan we in eerste instantie dachten dat het een soort zeevlam was. Eenmaal in South West Rocks aangekomen, bleek het een bosbrand te zijn. Na wat foto’s te hebben gemaakt op strand, zijn we met gierende banden weg gereden, omdat we het toch wel eng vonden. De locals leken minder onder de indruk van de schroeiende aarde, de verschillende brandhaarden en de heftige rookontwikkeling. Zo zagen we aan de rand van dit bos namelijk drie mannen gezellig in hun voortuin een biertje nuttigen. No worries!
Na zo’n uurtje rijden, waren we in ons appartement en zijn we eerst het zwembad ingedoken, wat een verademing was met die hitte hier! Toen we eenmaal waren afgekoeld, zijn we naar strand gelopen. Ook hier was het strand weer super mooi, met wit zand, helder water en kleine eilandjes voor de kust. In de verte zagen we de haven liggen met een pier die het vasteland verbindt met een eilandje dat voor de kust ligt. Muttonbird Island heet het, vernoemd naar de vogels die zich op dit eiland nestelen en daar hun eieren uitbroeden. Het leek ons wel leuk om hier ‘even’ naartoe te lopen, wat een fikse wandeling bleek te zijn (lees: BLAREN). Onderweg kwamen we nog een mega kwal van zo’n 60 cm doorsnede tegen, dat wordt dus alleen zwemmen in het zwembad!:| Ondanks dat we super moe waren, hebben we toch het eilandje beklommen, wat een super mooi uitzicht gaf op de kustlijn, de haven en daarachter de bergen.

Gisteren zijn we naar Bruxner Park geweest, een wat hoger gelegen park in Coffs Harbour dat omringd is door bananenplantages, vanwaar je weer verschillende uitkijkpunten hebt op de kust. Ook hier weer wat mooie foto’s gemaakt en ’s middags lekker bij het zwembad gelegen. Wout lag er de halve middag in, en heeft zich vermaakt met het vangen van in het water zwemmende salamanders, de dierenvriend! ;)

Inmiddels is het hier zondagavond 19:00 uur, en zijn we aangekomen in Ballina, een kustplaatsje vlakbij Byron Bay (lees: surfwalhalla oelala). Onderweg hiernaartoe kwamen we geregeld een waarschuwingsbordje met daarop een koala tegen, dus toen we even later mensen langs de weg zagen staan die druk bezig waren foto’s van de bomen te maken, zijn we snel gestopt om te gaan kijken. Het bleken helaas geen koala’s te zijn in die boomtoppen, maar een grote groep zwarte vleermuizen! :O
Verder was het super warm vandaag, dus behalve een beetje over strand lopen en wat boodschappen doen, hebben we voornamelijk lekker rustig aan gedaan. Morgen gaan we richting de Glasshouse Mountains, waar we weer twee nachten zullen verblijven. Voordat we daarnaartoe gaan, zullen we eerst nog even stoppen in Byron Bay en Brisbane, want ik heb een aantal dames wat beeldmateriaal van surfers beloofd! ;)

Zo dat was het weer tot nu toe. We kijken uit naar jullie reacties, want we missen Nederland ondanks deze heerlijke reis stiekem toch wel een beetje hoor!

Veel liefs,

Jen en Wout